Van Essen onderzoekt de waarde van de literatuur - hoe deze aan biologie en natuurkunde ontstijgt
Volgens Goethe moet de criticus onderzoeken wat de schrijver bedoeld heeft en vervolgens vaststellen of hij in die bedoeling geslaagd is. Maar welke bedoeling heeft Rob van Essen in vredesnaam met zijn roman 'Winter in Amerika'? Het is niet eenvoudig om daar achter te komen. 'Winter in Amerika' gaat niet over barre weersomstandigheden in de Verenigde Staten maar over de schrijver Winter in New York. Maar eigenlijk toch vooral in het verzonnen plaatsje Hankerveen waar hij zich, hoogbejaard en uitgeschreven, heeft teruggetrokken. Die Winter wordt een van de grote vier genoemd: Hermans, Reve, Mulisch en Winter, een soort fantoomschrijver dus.
Eigenlijk gaat het niet zozeer over Winter, een ietwat ranzige biseksuele schrijver die het met Reve en Wolkers zou hebben gedaan, maar over zijn redacteur Katja Ouwehand, die de oude meester zijn memoires moet zien te ontfutselen. Helemaal gezond is ook Katja niet, ze loopt bij psychiater Doo…Lees verder
Volgens Goethe moet de criticus onderzoeken wat de schrijver bedoeld heeft en vervolgens vaststellen of hij in die bedoeling geslaagd is. Maar welke bedoeling heeft Rob van Essen in vredesnaam met zijn roman 'Winter in Amerika'? Het is niet eenvoudig om daar achter te komen. 'Winter in Amerika' gaat niet over barre weersomstandigheden in de Verenigde Staten maar over de schrijver Winter in New York. Maar eigenlijk toch vooral in het verzonnen plaatsje Hankerveen waar hij zich, hoogbejaard en uitgeschreven, heeft teruggetrokken. Die Winter wordt een van de grote vier genoemd: Hermans, Reve, Mulisch en Winter, een soort fantoomschrijver dus.
Eigenlijk gaat het niet zozeer over Winter, een ietwat ranzige biseksuele schrijver die het met Reve en Wolkers zou hebben gedaan, maar over zijn redacteur Katja Ouwehand, die de oude meester zijn memoires moet zien te ontfutselen. Helemaal gezond is ook Katja niet, ze loopt bij psychiater Doodeheever (Wie denkt niet aan behang van Rath en Doodeheefver?) en naarmate het verhaal vordert krijg je de indruk dat ze flink aan wanen lijdt.
Het merkwaardige verhaal dat ze via haar ex-studiegenoot Melchior terechtkomt bij een sekte waarvan een zekere Megan haar volgelingen met een klap (of is het een streling?) buiten westen tikt om ze hogere inzichten bij te brengen, is slechts een van die onbetrouwbare geschiedenissen. Dat een andere ex-medestudent Frits, al jarenlang harmonieus bij zijn Jolande, opeens tot het inzicht zou komen dat Katja zijn ideale vrouw is, lijkt me ook niet met de werkelijkheid te stroken. En dat Katja en haar assistent Irmgard, als om de titel reliëf te geven, op een poster van New York met tippex sneeuw proberen aan te brengen is al evenmin alledaags redactioneel werk. Trouwens ook die stagiaire doet vreemd, met haar onwezenlijke vragen, alsof ze van een andere planeet komt.
'Winter in Amerika' heeft kortom veel weg van een droom (of is het een psychose?) waarin allerlei onlogische en onsamenhangende gebeurtenissen voorkomen die echter volkomen logisch en overtuigend uit de doeken worden gedaan. Want de schrijver hoedt zich er wel voor twijfel te zaaien, alles wat hij vertelt klinkt volkomen vanzelfsprekend en coherent, alleen sta je er als lezer steeds opnieuw weer van te kijken: alles loopt net anders dan je zou denken.
Misschien is nog wel het meest waarheidsgetrouw de scène waarin Katja een bezoek aan Doodeheever beschrijft: "Hij droeg donkere kleren, die samenvloeiden met de rest van de ruimte, ik zag alleen het hoofd met die vleugels, alsof het zich al van zijn lichaam had losgemaakt. 'En het klinkt alsof je nu ook wel eens overwerkt zou kunnen zijn, vind je niet? Kan me dat wel voorstellen hoor, met dat gedoe met Winter, en de verantwoordelijkheid die je voelt.'"
Het doet denken aan scènes uit Vestdijks hallucinatie-romans zoals 'Een Moderne Antonius', met ook zo'n half-demonische psychiater of 'De redding van Fré Bolderhey' waarin de zenuwarts tenslotte tot de conclusie komt dat Fré schizofreen is. Het is niet eenvoudig om dit soort visioenenromans te schrijven zonder belachelijk of onwaarschijnlijk te worden maar Van Essen krijgt het voor elkaar. Het is allemaal bijzonder bevreemdend, die mix van waarheid en verzinsels, je voelt voortdurend dat je op drijfzand loopt, maar toch word je tot het einde meegesleept.
Me dunkt, om er toch nog een bedoeling uit te peuren, dat Van Essen met 'Winter in Amerika' iets heeft willen uitdrukken over het wezen van literatuur, namelijk dat het tegelijk waar en niet waar kan zijn. Die gedachte komt steeds terug in het boek. Katja moet ervan genezen omdat ze niet kan leven in een paradoxaal universum, maar wij lezers stellen ons er eigenlijk voortdurend aan bloot. Het is het verschil tussen de werkelijkheid om ons heen en de werkelijkheid van de taal, het boek: "'Ja, ik kan het ook denken', zei Frits. 'Ik kan het denken, ik kan het uitspreken, kijk maar: alles kan waar en tegelijkertijd niet-waar zijn. Dat bewijst toch niet dat het daadwerkelijk kán? Je kan alles zeggen. Maar niet alles betekent iets. Hoe eenvoudig is het niet om te zeggen: ik draag een roze overhemd. Dat maakt het nog niet waar.'"
Zo brengt Van Essen ons iets essentieels van literatuur bij, namelijk dat het aan natuurkundige, biologische wetten ontstijgt, waar en onwaar kan zijn. En dat zonder ons met theorieën te vervelen. Bedoeling geslaagd!
Atlas Contact; 224 blz. € 19,99.
Oordeel
Geslaagde, meeslepende mix van de waarheid en verzinsels.
Verberg tekst